Loop in en kies dan voor jezelf een duidelijk startpunt. Vervolgens ga je heen en weer lopen, waarbij de terugweg steeds wat sneller gelopen moet worden dan de heenweg. Je moet zelf de tijd in de gaten houden voor het bepalen van het omkeermoment.
De training is een kwestie van doseren en je eigen mogelijkheden inschatten: loop je erg hard op de heenweg, dan moet je nog harder op de terugweg. Het is de kunst om precies op het juiste moment weer bij het startpunt te zijn, niet te vroeg en niet te laat. Je kunt hier voor jezelf een behoorlijk intensieve training van maken, maar je kan er natuurlijk ook voor kiezen om het wat rustiger aan te doen.
Het schema is vrij ingewikkeld en in piramidevorm, dus het is handig om op een briefje mee te nemen, of het schema op je hand te schrijven. Of je neemt iemand mee die bij het startpunt telkens de nieuwe opdracht voorleest.
1′ heen > 0’50” terug – 0’30” rust of dribbelen nabij startpunt
2′ heen > 1’50” terug – 1’00” rust of dribbelen nabij startpunt
3′ heen > 2’40” terug – 1’30” rust of dribbelen nabij startpunt
4′ heen > 3’30” terug – 2’00” rust of dribbelen nabij startpunt
3′ heen > 2’40” terug – 1’30” rust of dribbelen nabij startpunt
2′ heen > 1’50” terug – 1’00” rust of dribbelen nabij startpunt
1′ heen > 0’50” terug
Deze kern duurt 38 minuten totaal. Daarna rustig uitlopen.
Veel plezier!